Ode

7 augustus 2014 - Hoogeveen, Nederland

Ode aan Erik

Wie het boek Amsterdam-Delphi van Rosita Steenbeek heeft gelezen (een must voor fiets- en geschiedenisliefhebbers) weet waarom ik Erik vaak Art noemde tijdens deze fietsvakantie. Zelf noemt ie zich ook weleens zo.

Art is de partner van Rosita. Ze fietsen van Amsterdam naar Delphi. Rosita fietste nooit, totdat ze zich eindelijk liet overhalen om ook eens naar Rome te fietsen, zoals Art een paar keer had gedaan. Het werd geen Rome, maar ze gingen naar Delphi! Nog verder! Leuk boek.

Art deed alles voor Rosita om het haar zo gemakkelijk mogelijk te maken. Hij was zo blij dat ze 'ja' had gezegd. In de voorbereiding bij de aanschaf en aankoop van een fiets en zadel bijvoorbeeld. Alles regelde hij. Maar ook onderweg.

Art deed alles voor zijn Rosita. En Erik doet heel veel voor mij. Daarom noem ik hem,en hij zichzelf, heel vaak Art. "Dat doet Art wel even". Of: "Dat heeft Art al gedaan."

Wat heeft Erik gedaan?

Op het moment dat we besloten naar Rome te gaan fietsen, ging hij aan de slag met de route.

De route van Reitsma is ingedeeld in 32 etappes. Zoveel dagen hebben we niet, er moet dus versneld worden. Waar kan dat en waar willen we dat? Willen we rustdagen en waar dan?

Hij maakt een planning en houdt daarbij ook rekening met overnachtingsmogelijkheden.

De hele route wordt op de Garmin gezet. En er komt een lijst met caches die we op die route zouden kunnen oppikken.

Erik ging op Italiaanse les. Hij vond het leuk, maar ook belangrijk om je in een vreemd land ook een beetje verstaanbaar te kunnen maken. Een klein gesprekje te kunnen voeren en te begrijpen wat er op de menukaart staat. Elke maandagavond naar de cursus. Elke dag oefenen, ook mondeling. Zinnetjes nazeggen.

"Doe de deur dicht", riepen Annemiek en ik dan. We werden er gek van. We hadden geen idee hoe goed hij bezig was. Zelf deed ik nog een cursusje vakantie-Italiaans, van dezelfde cursusleider. Die vroeg of Erik een keer mee wilde komen naar onze les. Ik was toen al verbaasd over hoe Erik zich kon verwoorden.

Nu, hier, in Italië zelf is het helemaal geweldig. Hij knoopt gesprekken aan met Jan en alleman. In winkels, onderweg, in de B&B, het maakt niet uit. Iedereen vindt het leuk dat die Hollander hun taal spreekt. Een beetje, maar hij doet enorm zijn best en dat waarderen ze.

En het klinkt heel normaal en ook weer grappig. Zelf kan ik koffie bestellen en een broodje en buon giorno en ciao zeggen.

De fietsen kregen een perfecte onderhoudsbeurt bij Rolfes in Musselkanaal. Erik maakt de afspraak en uiteindelijk rijden we er 3 keer heen, want met het stuur van mijn fiets is een probleempje. Dat wordt echter ook goed gerepareerd en ik heb er geen problemen meer mee gehad.

Tijdens deze tocht worden de fietsen regelmatig gecheckt. Even de ketting smeren, een nieuw remblokje monteren. Als ik vraag of het inderdaad al nodig was: "Misschien niet, als jij je maar veilig voelt".

Lekke banden kennen we niet.

Blijdschap alom wanneer Erik zijn lijstje terugvindt. Vorig jaar, tijdens de tocht naar Praag noteerde hij een keer wát hij in welke fietstas stopte. Elke dag pakte hij de tassen volgens dat lijstje in. Op een gegeven moment kon dat ook zonder, natuurlijk. Het lijstje bewaarde hij voor een volgende reis. Maar toen Rome in beeld kwam bleek het lijstje zoek. Enkele dagen voor vertrek kwam het tevoorschijn. Het lag onderin de stuurtas. En het werd weer trouw gebruikt.

Ik doe niet aan lijstjes. Thuis wel en ook op mijn werk. Wanneer ik dus tijdens een pauze de drinkbouillon nodig heb of de overschoenen vanwege een regenbui, dan bestaat de kans dat ik uiteindelijk vier tassen heb opengemaakt en de spullen dan eindelijk heb gevonden. Niet handig, maar het went. Ook voor Erik, maar vaak heb ik het moeten horen: tja, een lijstje hè?

Erik zet elke dag de wekker. Hij wil op tijd opstaan, op tijd ontbijten en op tijd vertrekken. Ik ook, maar hij heeft de regie. Hupsakee. Tempo. Hij zet een muziekje op. Wanneer we Wi-Fi hebben luisteren we even naar Radio2, Sander de Heer. Zonder Wi-Fi shuffelen we op Spotify.

We fietsen bijna niet naast elkaar. Dat lijkt saai, maar is het niet. Ik vind het vertrouwd. Erik weet de weg, ik laat het helemaal aan hem over. Tijdens een stop kijk ik in het routeboek waar we zijn, welke plaatsjes of bijzonderheden er aan komen. Dat is voor mij genoeg.

Erik leest al fietsende het routeboek en kijkt op zijn GPS.

Wanneer we ergens moeten afslaan geeft hij op tijd richting aan. Hij steekt zijn arm dan duidelijk uit, ook handig voor overig verkeer. Soms zegt of roept ie het. Wanneer ik wat achterop ben geraakt en er komt een kritisch punt van een splitsing of iets anders, dan wacht ie daar op me. Zodat ik nooit een verkeerde afslag zal nemen. De enkele keer dat ik twijfel welke weg in te gaan, zie ik hem verderop steeds achterom kijken, tot ie me ziet.

Ook krijg ik regelmatig keurig aangekondigd wanneer er klimmetjes aan zitten te komen: "nu 500 meter 5-7% klimmen. Of: de volgende 8 kilometer 4-6%".

Maar soms zegt ie niks en dat is ook goed. Gewoon maar fietsen en je laten verrassen.

Ik kan me niet herinneren dat we verkeerd zijn gereden. Of het moet die ene keer in Duitsland zijn geweest dat we naar een pontje reden, die echter Nicht im Betrieb bleek te zijn en we dus alleen een brede Rijn voor ons zagen. Geen nood, met de GPS zoekt ie een andere route, een andere veerpont. We pikken de route weer op en het is alsof er niets gebeurd is.

Plaspauzes. Voor hem geen probleem. Mogelijkheden genoeg. Voor mij iets lastiger. Ik heb een goede plek nodig. Dus kondig ik op enig moment aan: "Ik heb een boom nodig." Dan weet hij genoeg en kijkt uit naar een wellicht geschikte plek. En dan wijs ook ik ook nog weleens wat af. Erg hé?

Wanneer we aan het eind van de dag zijn uitgefietst en een onderkomen hebben geregeld(Erik) kunnen de tassen van de fietsen. Een heel gesjouw volgt dan. Ik heb niet vaak ál mijn eigen spullen hoeven te verslepen en naar driehoog achter hoeven te brengen. "Geef maar hier, doet Art wel." zegt ie dan. En 's morgens alles weer naar beneden. Ook zet hij vaak de fietsen op een goede plek, in een garage of iets dergelijks. Ik zeur dan nog of ze wel goed aan de ketting liggen. “Ja Hetty.”

Mijn bidon is iedere morgen gevuld.

Voordat ik door had hoe mijn GPS werkte, deed hij dat steeds rustig voor. Na 2 weken kon ik het apparaat zelf aandoen, resetten en op de dagteller zetten. Technisch wonder. Maar heel vaak gebeurde het dat alles alweer was ingesteld als ik opstapte.

In de eerste week ben ik twee keer vervelend gevallen. We hebben er in ons verslag niet veel over gezegd. Maar het waren beste valpartijen.

De eerste val leverde me een paar pijnlijke ribben op. De tweede val, een paar uur later was heftiger. In Keulen reed ik in een oude spoorrails. Erik zag me gaan en dacht echt: einde vakantie. Ik viel op mijn hoofd en rechterschouder. Helm stuk, echt doormidden. Da's niet erg, maar geeft wel aan hoe hard het ging en duidelijk mag zijn hoe blij ik was dat ik een helm op had!

In Keulen bezochten we een apotheek. De mevrouw vroeg wat er gebeurd was en wat ik nog kon, in hoeverre ik de arm nog goed kon bewegen. Ze adviseerde Voltaren te smeren.

De eerste dagen heeft Erik me dus tweemaal daags ingesmeerd. Voltaren op de ribben, Voltaren op de schouder. Ik kon er zelf vanwege de pijn niet goed bijkomen. De schouder werd wel wat dikker maar er was verder niet veel aan te zien. Flink gekneusd. Pijnlijk. Lastig, maar tijdens het fietsen had ik er niet echt last van.

(Van de ribben had ik na een week geen last meer. De schouder is goed opgeknapt maar nog steeds niet pijnvrij. Ik kan er nog steeds niet op liggen bijvoorbeeld. En ik heb 2 vingers die blijven tintelen.)

In Braz besloot Erik dat ik naar de huisarts moest. Om de schouder te laten beoordelen en om naar een wondje aan mijn zitvlak te laten kijken, waar ik sinds de regendagen ook nog last van kreeg. Vocht, schuren, een blaartje, opengegaan en ja, dat heelt natuurlijk slecht als je elke dag op een zadel zit. Pijnlijk dus.

Aan de schouder kon Dr. Michael Jeleff (Artz für Allgemeinmedizin, Master of Science Geriatrie) niet veel doen. Voltaren blijven smeren. Die tintelende vingers zouden van de zwelling in de schouder kunnen komen. Het wondje heeft ie bekeken, behandeld en we kregen materiaal mee om het tijdens het fietsen te ontlasten. "Am besten zwei Tage ruhe." Nou, daar hadden we geen tijd voor.

Erik als verpleegkundige. Hij knipte dagelijks uit een soort polstermateriaal een rondje met een gat erin (een heel klein zwembandje) en plakte dat met een pleister en een zalfje op de bil. Je had ons moeten zien. Maar: ik kon weer lekker zitten, het wondje genas snel en zo was er weer een stukje leed geleden!

Erik kan alles. Wat heeft ie het druk met me gehad! Mijn Art!

Of ik zelf ook nog wat gedaan heb? Je vraagt het je wel af hè? :)

Had ik Rome gehaald zonder Erik?

Ja, maar dan wel een maandje later denk ik.

Mijn held, mijn Erik, mijn Art!

"Pas goed op elkaar, pas goed op Hetty", zei m'n moeder bij ons afscheid op 5 juli. Dat heeft ie gedaan!

5 Reacties

  1. Jennie Evers:
    7 augustus 2014
    Ik mis jullie verhalen enorm. En respect voor jullie beiden, geweldige prestatie.
  2. Jacqueline hup:
    7 augustus 2014
    Lijstjes wat komt me dat bekend voor.Pa had ook zijn lijstjes voor de vakanties naar Ameland.Zelf ben ik ook van de lijstjes niet van een vreemde mee gekregen dus.Mooi dat Erik goed voor je gezorgd heeft Hetty maar jij toch wel voor hem?
  3. Liesbeth den H:
    8 augustus 2014
    Het boek heb ik meteen gereserveerd bij de bieb. Ik kon net net ophalen! Wat K$%^* dat je zo gevallen bent. Helmen zijn helden. Ik ben ook eens zo gevallen in een spoorrails. Voltaren heb ik meestal wel bij me.En die prestatie, Hetty: het gaat om je eigen prestatie. Die moet je niet spiegelen aan een ander. Het gaat om de grenzen die jij hebt verlegd. Maf dat zo' n accu het zomaar af laat weten. Geniet nog even van de ferien! Ik zet mijn leesmodus aan en ga lezen! Adios.
  4. Janni Millenaar:
    8 augustus 2014
    dat heet dan SAMEN!
  5. Rondreis Toscane:
    7 oktober 2014
    top verhaal!